Drie vragen die een team sterker maken: mijn nieuwjaarsbrief
- Steffie De Baerdemaeker
- 31 aug 2020
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 14 sep 2020
In mijn kalender voelt 1 september meer als Nieuwjaar dan 1 januari.
Tijd voor een nieuwjaarsbrief. Lezen (onder de video) of luisteren en kijken: aan jou de keuze.
Lieve onderwijscollegaās,
De start van een schooljaar is een zalig Ʃn een gevaarlijk moment.
De zomer heeft als een opkomende zee een deel van de sporen van vorig jaar gewist. Nieuwe energie, goesting en plannen zijn aangespoeld. Heb jij ook zo een zin om weer te starten? Ik vind het altijd zo spannend-leuk, wanneer een school eindelijk weer vol kinderen stroomt en tot leven komt. Gedaan met onkruid trekken op de speelplaats en je klas opkuisen, tijd voor de essentie.
In al het moois van ons enthousiasme schuilt een gevaar: vergeten dat het straks weer eb wordt. Dan wordt duidelijk welke sporen door de zomerzee niet helemaal zijn gewist. Dan zie je weer welke rotsblokken wel onder de waterlijn duiken, maar niet vanzelf in zee verdwijnen. Het zijn frustraties, organisatorische mankementen, de moeilijkheden van de job, ā¦
Om die aan te pakken heb je tijd, visie en energie nodig. En moed. āYou cannot change the ordinary by doing the ordinary.ā Vervelende rotsblokken afbreken of ermee leren leven is een lang proces (dat nooit af is). Intussen blijven af en toe wel collegaās tegen de rotsen knallen. Diegenen waarvan je het het minste verwacht, de spreekwoordelijke rotsen in de branding, soms het eerst.
Dan dreigt de jaarlijkse vicieuze cirkel: hoe meer mensen het moeilijk hebben of uitvallen, hoe moeilijker de rest van het team het krijgtā¦
Een doordachte aanpak waarbij dit probleem structureel wordt aangepakt, vind ik top. Ik ben evengoed fan van kleine dingen, die voor een collega of een heel team een groot verschil kunnen maken. Bijvoorbeeld: het regelmatig stellen van de drie magische vragen.
Vraag ƩƩn: Hoe is het met je?
Ik zag er niet uit en deed al enkele ochtenden op rij maar flauwtjes mee met het gesprek in het leraarslokaal. Zij had het gezien, nam me bij het belsignaal discreet even apart en zei: āHet gaat niet goed met jou, he?ā Ik heb me op school zelden zo gesteund gevoeld als toen.
Vraag twee: Waar ben je mee bezig?
Mogen vertellen over het idee dat je vol vuur aan het uitwerken bent: je gaat er spontaan van stralen. Van elkaar erkenning krijgen voor goede ideeƫn en dingen die je in de klas doet, geeft vleugels. Te vaak weten we niet welk fijn project een collega twee klassen verder uitwerkt, met tijdsgebrek als excuus (en realiteit).
Misschien zit je net met een probleem dat je niet krijgt opgelost. Ook dan kan deze vraag wonderen doen.
Vraag drie: Wat kan ik voor je doen?
Tijd inplannen waarin je iets voor een ander kan doen, is geen zweverig concept, maar een efficiĆ«nt. Ik ken een directeur die elke week enkele uren tijd vrij plant voor dingen die ze āvoor het team kan doenā. Daardoor wordt de vraag ākan ik iets voor je doenā betekenisvol, want er is ook Ć©cht tijd om met het antwoord aan de slag te gaan. Hoe die directeur die tijd vindt? Ze maakt ze. Ze doet andere dingen niet. En wordt op handen gedragen door haar team.
Het is voor alle duidelijkheid niet enkel aan directies om deze drie vragen te stellen. In tegendeel: vergeet ook niet de drie vragen regelmatig aan je directie te stellen. Voor elkaar zorgen is een verantwoordelijkheid van een heel team.
En voor mij de kern van mijn missie.
Jullie kapoen,
Steffie
1 september 2020
P.S.: Herinner elkaar aan de drie vragen door deze afbeelding in het leraarslokaal op te hangen:

Comentarios